Het probleem met indicator-gebaseerde evaluaties van slimme steden

Hoewel het belang van samenwerking steeds meer doordringt, worden steden nog al te vaak vergeleken op basis van indicatoren die niet altijd de volledige context en nuance van bepaalde stedelijke uitdagingen vatten. Pieter Ballon, strategisch coördinator van Smart Flanders, formuleert hier een aantal bedenkingen rond in een artikel in De Standaard van donderdag 11 mei.

Ballon maakt zich de bedenking of het invullen van een lange lijst indicatoren voldoende inzicht geeft op wat er effectief speelt in de stad. Bovendien krijgen steden vaak een certificaat voor het invullen van de lijst, maar niet op basis van de effectieve resultaten.

‘Aalter heeft zes keer zoveel verkozenen als Eindhoven. Prima. Maar maakt dat Aalter dan echt zes keer slimmer? Bovendien moet je weten dat het ISO37120-certificaat geen award is: je krijgt het niet omdat je goed scoort, maar omdat je scoort. De stad Riyad in Saudi-Arabië scoort slecht met 3,74 procent van de inwoners die geregistreerd is om te stemmen. Het gaat er niet om dat dit schandalig is, je krijgt het certificaat omdat je het gemeten hebt.’ - PIETER BALLON, Professor VUB, auteur ‘Smart cities’

Het is belangrijk dat het idee van lijstjes en rankings op basis van onaangepaste indiactoren losgelaten wordt, maar dat er op samenwerking en impact gefocust wordt, een van de speerpunten van het Smart Flanders-programma.